Het Beemster Bomenmuseum is een omvangrijke verzameling van 2.600 soorten bomen en struiken waar veel mensen van kunnen genieten en van kunnen leren. In het museum is te zien hoe vele soorten en variëteiten van houtige gewassen er in volwassen staat uit zien. Hoewel het museum relatief jong is zijn er toch forse bomen te zien. Omdat het museum een van de zeer weinige is die zich op kleigrond bevindt, is dit een unieke kans om te zien hoe de verschillende soorten en variëteiten zich op deze zware en kalkrijke grond gedragen. De meeste arboreta in ons land bevinden zich op zandgrond.
Het Bomenmuseum bestaat uit een systematisch gedeelte en een geografisch gedeelte. In het eerste gedeelte dat 4,1 hectare beslaat zijn de soorten bijeen geplant per geslacht waartoe zij behoren. Hier staan rond 2.200 soorten en variëteiten. De collectie wordt nog steeds uitgebreid.
Het tweede gedeelte is geografisch ingericht, dat wil zeggen dat alleen soorten zoals zij in de natuur voorkomen, zijn geplant en gegroepeerd per continent of continentsdeel waarin zij van nature voorkomen. Bovendien zijn vele soorten hier in kleine groepen van dezelfde soort geplant zodat de opzet meer bouwkundig is. Hier staan 2.800 bomen en struiken van 380 soorten.
Geschiedenis
Het Beemster Bomenmuseum is opgericht in 1971 toen het echtpaar Hans Völlmar en Jetske Straatsma het tuindersbedrijf op de Nekkerweg kocht. Vrijwel alle fruitbomen werden gerooid en Völlmar begon met het aanleggen van het systematisch gedeelte. In 1993 werd verderop aan de Nekkerweg een tweede boomgaard aangekocht dat hij bewerkte tot het geografisch deel. De laatste uitbreiding is van 2001 en de totale oppervlakte bedraagt nu 7,3 hectare.
Na het overlijden van Hans Völlmar in 2014 werd Bram Engberts de nieuwe conservator van het Beemster Bomenmuseum.
Naast het Bomenmuseum heeft Bram de missie om de kennis over natuur in ons land te verspreiden, dit doet hij onder anderen met Brams Natuur.
Ligging en grondsoort
De bodem van de Beemster polder bevindt zich op vier meter onder Amsterdams peil; het Beemster Bomenmuseum is dan ook het laagst gelegen arboretum ter wereld.
De grondsoort is hier zware zeeklei. Deze heeft een hoge kalk- en magnesiumgehalte en dus een hoge Ph-waarde: 7,2. Dat wil zeggen dat de zuurgraad zeer laag is. Niet alle houtige gewassen voelen zich thuis op deze grond. Soorten die van nature op moerassige en andere zure gronden groeien, kunnen vaak niet tegen het hoge kalkgehalte. Daar staat tegenover dat zeer veel soorten een hoog kalkgehalte goed kunnen verdragen en in deze voedzame grond een exceptioneel snelle groei laten zien.
Een andere factor is dat het in de Beemster veel en sterk waait. Doordat in het Bomenmuseum vele soorten en variëteiten zijn aangeplant hebben we veel ervaring opgedaan met de weerstand van bomen en stuiken tegen de kalkrijke grond en winderige omgeving. Groenbeheerders, ontwerpers en particulieren kunnen hier tal van weinig bekende soorten en variëteiten leren kennen die geschikt zijn voor gebruik in de hier heersende omstandigheden.